In het kort: In-vivo en ex-vivo hebben betrekking op de manier van zuivering van de stamcellen die geoogst worden. In-vivo betekent ‘in het lichaam zelf’ door middel van toediening van chemo, voordat stamcellen middels aferese worden geoogst. Ex-vivo betekent stamcelselectie ‘buiten het lichaam’ in het lab, nadat stamcellen middels aferese zijn geoogst.
Om hier dieper op in te gaan: Een groot deel van de cellen die worden verzameld tijdens de mobilisatie en aferese van stamcellen veroorzaakt ook een dramatische stijging van het aantal verzamelde auto reactieve lymfocyten die verantwoordelijk zijn voor de onderliggende pathogenese van auto-immuunziekten, en het elimineren van deze lymfocytische cellen in het verzamelde transplantaat (bekend als ‘graftselectie’ of ‘transplantaatselectie’) die later aan de patiënt wordt teruggegeven, is een sleutelfactor om de efficiëntie van HSCT te verbeteren om onderliggende auto-immuunziekte te inactiveren. Het elimineren van deze lymfocyten uit het stamceltransplantaat dat aan de patiënt wordt teruggegeven, kan de effectiviteit van het transplantaat helpen verbeteren om de onderliggende auto-immuunziekte een halt toe te roepen. Dit is een van de verschillen van de HSCT-protocollen tussen Mexico en Rusland.
- Mexico elimineert de lymfocyten in het transplantaat door eerst cyclofosfamide toe te dienen *vóór* de stamcelverzameling, waardoor de meeste auto-reactieve lymfocyten worden gedood voordat ze in het transplantaat worden verzameld; dit proces staat bekend als in-vivo (in het lichaam) en is de methode die wordt gebruikt door de meeste reguliere HSCT-behandelingsfaciliteiten over de hele wereld, waaronder Chicago en het Verenigd Koninkrijk.
- Rusland voert de lymfocytenzuivering van het transplantaat uit in het laboratorium *na* verzameling met behulp van een apparaat dat bekend staat als een celscheider, dat bekend staat als ex-vivo (zuivering buiten het lichaam).
De tot nu toe uitgevoerde onderzoeken lijken erop te wijzen dat beide methoden resulteren in een ongedifferentieerd, vergelijkbaar klinisch resultaat voor een bepaald individu, en op basis van de gegevens wordt er geen meetbaar verschil verwacht in de effectiviteit van de behandeling, ongeacht welke methode (in-vivo of ex-vivo) wordt gebruikt. Kortom, het verschil is klein en onbelangrijk in termen van behandelresultaat.