Als onderdeel van een aHSCT behandeling zullen de stamcellen uit het bloed verzameld worden. Om voldoende stamcellen te kunnen oogsten, zullen er eerst extra stamcellen aangemaakt moeten worden middels stamcel stimulatie injecties.
Bij de patiënt wordt het groeihormoon (G-CSF), in vorm van het medicijn Neupogen of Filgrastim, toegediend. Hierdoor zullen de stamcellen snel gaan delen waardoor enkele daarvan in het perifere bloed (bloed in de lichaams(slag)aders, dat wil zeggen niet in het beenmerg) terechtkomen. Na het bloed van de patiënt af te tappen kan men de stamcellen eruit filteren.
Neupogen, Filgrastim
Een menselijk eiwit dat kunstmatig is nagemaakt. Het is de belangrijkste factor die ervoor zorgt dat het beenmerg een bepaald type witte bloedcellen (neutrofiele granulocyten) produceert. Deze witte bloedcellen zijn in het lichaam de voornaamste verdediging tegen bacteriële infecties. G-CSF stimuleert het beenmerg meer neutrofiele granulocyten aan te maken. Hierdoor kan in veel gevallen het optreden van ernstige verlaging van de granulocyten (granulopenie) worden voorkomen. De tijdsduur van die verlaging kan vaak worden verkort en uitstel van een volgende chemotherapie kan mogelijk worden voorkomen.
Een heldere vloeistof die via een onderhuidse injectie (subcutaan) wordt gegeven.
Een milde tot matige spier- en/of skeletpijn. Dergelijke pijn kan worden bestreden met paracetamol. Dit gaat in overleg met de behandeld arts.
Als onderdeel van een aHSCT behandeling worden stamcel stimulatie injecties op twee momenten toegediend:
- Aan het begin van het aHSCT traject, een aantal opvolgende dagen alvorens het oogsten van stamcellen uit het bloed;
- Na de transplantatiedag / het terug toedienen van de geoogste bloedcellen. Het bloedbeeld wordt tijdens de isolatieperiode dagelijks gecontroleerd en zonodig worden wederom dagelijks G-CSF injecties toegediend om granulopenie (het optreden van een ernstige verlaging van granulocyten) te verhelpen.
Pingback: Neutropenie – Sterker dan MS